Specifieke analyse

Voordat je een doelstelling kunt uitwerken, moet je weten waar jouw gedrag vandaan komt en wat je precies anders wil gaan doen. Daarvoor heb ik een stappenplan voor je opgesteld wat je kan helpen om alles op te schrijven.

Opdracht 1. Maak onderscheid tussen situatie, gedachte, gevoel en gedrag. 

Kies een (lastige) situatie die je hebt meegemaakt en verder wilt analyseren: die ene situatie waar jij struggles mee hebt en het graag wil veranderen en je doelstelling van wilt maken. Bij deze situaties spelen waarschijnlijk belemmerende overtuigingen mee, hier gaan we later op inzoomen. Heb je een situatie in gedachten? Dan kun je de volgende vragen gaan beantwoorden:

Situatie
– Wat is de situatie? Waarover maak je je druk?
– Wat is de situatie waarin je last had van de ander, of een spanning bij jezelf voelde?
– Wat was er in deze situatie lastig voor jou?
– Wat deden anderen die in deze situatie aanwezig waren?

Gevoel en gedrag: 
– Welke gevoelens had je daarbij? Was je bijvoorbeeld boos of geïrriteerd, bang, zenuwachtig, bezorgd, teleurgesteld of verdrietig?
– Hoe gedroeg je je? Wat was het effect van je gedrag?

Gedachten en overtuigingen:
– Wat ging er in je hoofd om? Wat dacht je allemaal?
– Wat maakte dat je je zo (boos, bezorgd, …) voelde?
– Wat moest er per se? Wat eiste je?
– Wat mocht er absoluut niet gebeuren?
– Hoe veroordeelde je jezelf/de ander?

Tip: gebruik bij het onderzoeken van je gevoel ook daadwerkelijk gevoelens. Bijvoorbeeld: ik vind dat je je niet zo mag gedragen (gedachte, eigen overtuiging). Die gedachte maakt mij boos (gevoel).


Opdracht 2: Analyseer je belemmerende overtuiging

We gaan hier opzoek naar wat er volgens jou moet, of wat je eist of verwacht van jezelf of de ander. Schrijf je belemmerende overtuigingen op. De volgende hulpvragen kunnen je hierbij helpen:

– Is het een overtuiging die om jou, om de ander of om de wereld gaat?
– Gaat de overtuiging over prestaties, comfort of rechtvaardigheid?
– Wat is de eis die je stelt?
– Waar kun je niet tegen?
– Wat is je veroordeling van jezelf of anderen?
-Wat is de ramp die zal optreden?

Tip: formuleer de belemmerende overtuiging zo scherp mogelijk. Maak van willen een moeten of een noodzaak in plaats van een behoefte. Bijvoorbeeld: ‘ik moet het nu goed doen’ (versus: ik wil het nu goed doen).

Bron: de kracht van gedachten van Martijn Frijters (2012)

5 juni 2017